Cognitieve gedragstherapie is een samensmelting van twee vormen psychotherapie: cognitieve therapie en gedragstherapie. Deze therapievorm gaat ervanuit dat niet zozeer een gebeurtenis een emotie veroorzaakt, maar de gedachten die daaraan gekoppeld worden. Deze gedachten hebben weer te maken met verschillende ervaringen die zijn opgedaan in het leven. CGT helpt je bij het in kaart brengen van negatieve gevoelens en gedachten zodat je meer grip krijgt op jezelf en het leven.

EMDR is een therapievorm, waarbij je geholpen wordt bepaalde schokkende gebeurtenissen opnieuw te beleven, zodat de spanning afneemt. Nare gebeurtenissen kunnen een langdurig effect hebben op je zelfvertrouwen en zelfliefde. Veel mensen zijn getraumatiseerd, maar (h)erkennen dit niet. Vaak zijn moeilijke ervaringen uit het verleden niet verwerkt en hebben deze negatief effect in het heden. Naast trauma kan EMDR ook ingezet worden bij fobieën en specifieke angsten.

ACT is een vorm van cognitieve gedragstherapie. De behandeling richt zich op het ontwikkelen van veerkracht, waardoor je beter met problemen om leert gaan. Het leert je meer te ontspannen in stressvolle situaties. Door als een observator naar je leven te kijken kan je afstand nemen van het alledaagse drama. Het gaat niet over het versterken van controle maar oer meer flexibel omgaan met veranderingen.

Schematherapie is gericht op het herkennen en veranderen van onderliggende denk- en gedragspatronen (schema’s) die vaak in de jeugd zijn ontstaan en als een rode draad door het leven lopen. Emoties zijn geblokkeerd geraakt en in deze therapie leer je de oorsprong van je problemen kennen waardoor je beter in staat bent deze te doorbreken. Schema’s zijn universeel waardoor je in het dagelijks leven veel van wat je leert in de praktijk kan brengen.

Deze therapievorm is doelgericht en positief. Je onderzoekt welke doelen je wilt bereiken en hoe je daar gaat komen. Door de jaren heen heb je veel levenservaring opgedaan en moeilijke situaties overwonnen. In stressvolle (nieuwe) situaties zorgt de spanning ervoor dat je minder goed in staat bent om oplossingen te vinden.